Vijf vragen aan Hans Jennissen

“Een goede raad is meer dan een aantal geschikte individuen”, Hans Jennissen

Dit keer spreek ik Hans Jennissen, in het dagelijks leven CFO van MGG International bv, lid van de Raad van Commissarissen van LIOF en lid van de Raad van Toezicht van het Limburgs Museum. Voorheen was hij ook lid van de Raad van Toezicht van Dichterbij en lid van de Raad van Commissarissen van woningcorporatie Destion.

Als specialist in het vervullen van toezichthoudende functies, spreken we bijna dagelijks (potentiële) toezichthouders, opleiders, bestuurders en stakeholders. Persoonlijke en vaak indringende gesprekken, geven ons een inkijk en een goed beeld van de beweegredenen om een toezichthoudende functie te aanvaarden. Het houden van toezicht is inmiddels ontwikkeld met al haar verplichtingen, verantwoordelijkheden en maatschappelijke opgaven. Elke maand stelt Delfin Executives 5 vragen aan een toezichthouder.

Waarom wilde je toezichthouder worden?

“Toezichthouder worden” is geen doel op zich. Ik was 35 jaar en actief in het verenigingsleven, penningmeester bij de voetbalclub en betrokken bij alles wat in de gemeenschap gebeurt. In de plaatselijke krant las ik dat woningcorporatie Destion (destijds Cosmos en Damianus) een commissaris zocht om met name vanuit een andere blik de commissarisrol te vervullen. Een aantal jaren later verbleef ik voor mijn werk, in het buitenland. Op de terugreis naar Nederland kreeg ik in het vliegtuig een krant onder ogen en daar stond een advertentie in dat er een commissaris werd gezocht voor Stichting Dichterbij in notabene mijn achtertuin, in Gennep! Ze zochten ‘iemand die niet uit onze wereld komt’. Die ene zin, dat sprak enorm aan. Juist iemand zoeken die niet actief is in de sector. De medewerkers bij een woningcorporatie kennen de sector veel beter dan ik waardoor ik ‘van buitenaf’ wellicht toegevoegde waarde kon leveren. Nu, enkele toezichthoudende functies later, kijk ik met veel voldoening terug op die kennismaking en mijn werkzaamheden voor zowel Destion als Stichting Dichterbij.

Woningcorporatie, zorg en nu cultuur en LIOF. Wat is het verschil?

De basis is hetzelfde. Vanuit je eigen expertise waarde toevoegen aan de organisatie waar je toezicht op houdt. De relatie is wel anders. Bij LIOF en het Limburgs museum heb je bijvoorbeeld te maken met aandeelhouders of een subsidierelatie zoals het ministerie van Economische Zaken en de Provincie Limburg. Dat is anders acteren en vaak veel formeler. Besluitvorming bij organisaties waar geen “overheids “ aandeelhouders zijn, kan vaak sneller. Dat is overigens geen kwalificatie van de structuur maar een gegeven waar je mee moet omgaan. In dat kader is het wel handig dat ik werk in een internationaal bedrijf waar je ook gewend bent om met diverse belangen om te gaan.

Is de wijze van toezicht houden veranderd?

Zeker weten. Ik kijk met veel voldoening terug op de ontwikkelingen. Bij Destion hadden we bijvoorbeeld te maken met een fusie en verschillende belangen. Dan ben je met veel juridische en formele zaken bezig en moet je zorgen dat je continu in het oog houdt waar je het voor doet, de huurders. Dichterbij liep voorop in wat je nu het nieuwe toezicht noemt. De RvT vond het heel belangrijk om nauw betrokken te zijn met de doelgroep. Zo heb ik bijvoorbeeld een dag meegelopen op een locatie waar meervoudig gehandicapte kinderen verblijven. Dat was zo waardevol, gewoon meelopen zonder programma. Vooral rondkijken, geen powerpointpresentaties, rode lopers en ontvangsten. Wel samen sparren met de directie en het MT over beleid en lange termijn toekomst met behulp van uitdagende sprekers en werksessies. Dan weet je wat er speelt en krijg je een goede indruk van de organisatie en de kansen en problemen waar men tegen aan loopt. Dat gun ik elke toezichthouder.

Wat zou er morgen in toezichthoudend Nederland moeten veranderen?

We zitten soms klem tussen de regeltjes en codes. Natuurlijk moeten er regels zijn maar als er ergens in het land een incident is, wordt alles overhoop gehaald. Dat brengt ook het imago van een toezichthouder in het algemeen schade toe. Ook door social media word je al snel als toezichthouder aan de schandpaal genageld als er elders iets misgaat. En nogmaals, misstanden moet je aanpakken, maar soms ‘slaan we door’ met de regeltjescultuur. Het lijkt alsof de instrumenten en de afvinklijstjes belangrijker zijn dat het doel waarvoor je bent aangesteld. “Hebben we de zelfevaluatie gehad, hebben we alle gremia geraadpleegd, is de samenstelling divers genoeg, hebben we een werkbezoek gedaan”. Allemaal relevant maar het moet niet het uitgangspunt zijn. Uitgangspunt is dat je zorgt dat een organisatie goed kan functioneren, de doelstelling haalt en haar missie en visie naar ieders tevredenheid uitdraagt. Regeltjes zijn een middel, geen doel.

Welke tips heb je voor aankomende toezichthouders?

Dat is misschien een open deur maar heel oprecht: blijf weg van de stoel van de bestuurder. Ik zie dat toezichthouders, overigens met de beste bedoelingen, gezien hun expertise nog wel eens de neiging hebben om op de stoel van de bestuurder te gaan zitten. Dat is funest voor het werk van beiden. Je bent toezichthouder, sparringpartner en werkgever. Die rollen moet je voortdurend voor ogen hebben. Overigens is dat ook het beste advies voor nieuwe toezichthouders: ‘rolzuiver’ blijven en vragen stellen. Blijf vragen stellen, de in jouw ogen misschien domme vragen, zijn voor de organisatie en het proces vaak de meest relevante vragen. Nieuwe inzichten voegen iets toe aan de discussie! Vanuit dat oogpunt juich ik ook altijd grote diversiteit in een RvT toe. Of dat nu leeftijd, geslacht, ervaring is… dat doet er allemaal niet toe. Je bent een team dat complementair aan elkaar moet zijn. Een goede raad is meer dan een aantal geschikte individuen. En geniet van je rol. Het heeft mijn leven qua vreugde en ontwikkeling verrijkt.

Voor vragen over vijf vragen aan Hans Jennissen kun je contact opnemen met Max Ruiters.

Artikelen

Mark Simons

Ahmet Aydogan, onze impact executive van het eerste uur

“Drie maanden, Mark. Zo lang zou de opdracht toch duren……” Ahmet eerste reactie als we elkaar weer spreken. Drie maanden was mijn...

Mark Simons

Help, ik heb geen opvolger!

De afgelopen jaren heb ik al diverse familiebedrijven mogen helpen in het vinden van een externe opvolger. Vanuit deze ervaring weet ik dat ...