We spraken Peter van Mulkom, voorzitter College van Bestuur bij ROC Nijmegen, lid van The Economic Board Arnhem Nijmegen, lid raad van toezicht van Sint Anna, lid raad van toezicht WZW, Werkgeversvereniging Zorg en Welzijn en voormalig toezichthouder bij Alterius en Kinderopvangorganisatie MIK.
Waarom ben je ondanks je drukke baan ook nog toezichthouder?
Het woord ‘ondanks’ is niet op z’n plek. Een toezichthoudende functie is erg waardevol. Ik kan waarde teruggeven aan de organisaties waar ik toezicht houd en aan de andere kant verrijkt het ook mezelf. Het is een wisselwerking, zeker als je ook nog een goed team hebt waar je met anderen kunt sparren en zaken vanuit diverse invalshoeken kunt bekijken en bespreken. De rol van toezichthouder verschuift immers van controleur naar meer adviseur, naar de kritische sparringpartner. Dan kun je voor impact zorgen voor de organisatie waar je toezichthouder bent maar ook voor je zelf en de organisatie waar ik zelf bestuurder ben.
Hoe voorkom je dat je als toezichthouder op de stoel van de bestuurder gaat zitten?
Voor elke toezichthouder is dit voortdurend van belang, hoe kun je de zittende bestuurder van dienst zijn, zonder dat je op zijn of haar stoel zit. Mijn voordeel is dat ik beide kanten ken. Juist omdat ikzelf bestuurder ben en ervaring heb met mijn Raad van Toezicht, kan ik inschatten wat belangrijk is en wat de bestuurder ervaart als advies wordt gegeven. Ook bij de zelfevaluatie van mijn Raad van Toezicht en ook in lopende overleggen, krijg en pak ik een actieve rol op de samenwerking te bespreken. De rol van toezichthouder is steeds meer die van adviseur of sparringpartner geworden. Dan is het van belang om te investeren in een veilig klimaat, een goede relatie met je bestuur. Het draait continu om vertrouwen. Als er een goed onderling vertrouwen is, is het ook mogelijk om zaken bespreekbaar te maken daar “waar het schuurt”. Dat onderlinge contact is belangrijk op basis van gelijkwaardigheid. Niet op een toontje van ‘als ik jou was zou ik het zo doen’ maar in gesprek met de bestuurder diverse scenario’s bespreken. De bestuurder beslist uiteindelijk, dat is zijn of haar taak. De bestuurder kan dan ook alleen die beslissing nemen als hij of zij het vertrouwen van de RvC of RvT geniet.
Hoe zorg je dat je juiste informatie krijgt?
Het meest voor de hand liggende antwoord is natuurlijk dat ik de informatie krijg van de bestuurder. De informatie die wordt verstrekt, kunnen we dan bespreken en een oordeel over vellen. Zelf vind ik het echter van belang dat de RvT ook zélf de organisatie ingaat om te spreken met medewerkers. Liefst zonder bestuurder erbij en dat kan als er sprake is van wederzijds vertrouwen. Van tevoren maak je goede afspraken en je informeert elkaar. Het moet niet zo zijn dat de rode loper wordt neergelegd als de RvT komt met een mooi gelikt programma. Nee, ik wil gewoon ‘meedraaien’ en praten met medewerkers. Niet als ombudsman maar om sfeer te proeven, kijken of besluiten goed uitpakken of waar de organisatie mee verder kan. Bij mijn eigen organisatie stimuleer ik ook die werkbezoeken van de RvT zonder dat ik zelf mee ga.
Wanneer ben je een goede toezichthouder?
Een belangrijke competentie voor toezichthouders is in mijn optiek dat je goed kunt ‘schakelen’ tussen de diverse rollen die je hebt. Je moet kunnen verbinden en de diepte in kunnen gaan. Dat vereist ook een bepaalde mate van inzicht in de sector en de organisatie. Toezicht op afstand is voorbij, het vergt veel tijd en je moet je verbonden voelen met de missie van de organisatie. Dat maakt het toezichthouderschap ook wel complex en is het niet voor iedereen geschikt of aantrekkelijk. Als je wilt solliciteren op een toezichthoudende functie, zul je je dat ook van tevoren goed moeten afvragen. Je hoeft geen ervaren toezichthouder te zijn als je begint, je moet vooral de juiste vragen kunnen stellen, vragend door kunnen dringen tot de kern, in staat zijn om goede discussies te voeren en afwegingen te maken. Het helpt als je in het dagelijks leven een eindverantwoordelijke functie hebt, maar dat is niet persé noodzakelijk.
Wat moet morgen veranderen in toezichthoudend Nederland?
Wat per direct mag veranderen is het beklemmende en tijdrovende regeltjesklimaat waarin we terechtgekomen zijn. Veel tijd gaat verloren aan interne governance-issues, regelementen en discussies over wie waar over gaat. Ik zou toezichthoudend Nederland gunnen dat de aandacht weer wordt gevestigd op het toezicht. Natuurlijk zijn regels nodig maar soms ‘slaan we door’. Het wordt echt tijd om even te resetten en de tijd die dan vrij komt nog meer te gebruiken om te investeren in sparringmomenten met de bestuurder en het creëren van nog meer veiligheid en vertrouwen. De inhoud moet weer voorop staan en niet de vorm of de agenda, aldus Peter van Mulkom.