Vijf vragen aan Erik Wessels
“Laat je niet verrassen door zaken die je niet weet maar wel had moeten weten!”, Erik Wessels
We spraken Erik Wessels. Tot 2020 eigenaar van familiebedrijf Wessels bouw en vastgoedonderhoud, voorheen onder andere bestuursvoorzitter van werkgeversvereniging WVB vastgoedonderhoudsbedrijven en vicevoorzitter van de raad van toezicht van DaCapo College. Thans is hij onder meer vicevoorzitter van de raad van commissarissen van Parkstad Limburg Theaters, voorzitter van de raad van toezicht van Stichting Trajekt, voorzitter raad van toezicht van Sportstichting Sittard-Geleen en sinds kort lid raad van commissarissen van Coöperatieve Rabobank U.A., Rabobank Zuid-Limburg Oost.
Als specialist in het vervullen van toezichthoudende functies, spreken we bijna dagelijks (potentiële) toezichthouders/commissarissen, opleiders, bestuurders en stakeholders. Persoonlijke en vaak indringende gesprekken, geven ons een inkijk en een goed beeld van de beweegredenen om een toezichthoudende functie te aanvaarden. Het houden van toezicht is inmiddels ontwikkeld met al haar verplichtingen, verantwoordelijkheden en maatschappelijke opgaven. Elke maand stelt Delfin Executives 5 vragen aan een toezichthouder.
Waarom is de ondernemer Erik Wessels vooral toezichthouder bij niet-commerciële organisaties?
Juist omdat ik ondernemer ben in hart in nieren kan ik toegevoegde waarde bieden en complementair zijn aan een raad. Ook aan raden van niet-commerciële organisaties. Sterker nog, wat mij betreft mogen meer ondernemers of mensen met een ondernemend karakter juist bij een niet-commerciële organisatie commissaris worden. Een andere benadering en een ander netwerk dragen zeker bij aan diversiteit. Daadkracht is een belangrijke succesfactor, zeker als ondernemer met een eigen bedrijf en medewerkers op de loonlijst. Je bent gewend om zelf regels te maken: luisteren, doorvragen en besluiten. Knopen doorhakken. Dat vind ik nuttige bagage voor een commissaris.
Toegegeven dat het tegelijk lastig kan zijn als je niet zelf aan het roer zit, help je als commissaris een organisatie wel degelijk verder. Bijvoorbeeld in gesprekken met de bestuurder. Het is een andere rol. Samen met de andere commissarissen toets je de koers aan de missie en visie van de organisatie. Het verschil is dat het bestuur de koers uitzet. Niet op de stoel van de bestuurder zitten, maar wel zorgen dat je nauw betrokken bent. Op gepaste afstand, met een goed ontwikkelde antenne voor het ongezegde en ingrijpen als het nodig is. Met een ondernemend karakter weet je vaak te voorkomen dat je vastroest in procedures.
Heb je tijd voor toezicht?
Jazeker. In de periode waarin ik eindverantwoordelijk was voor de continuïteit van mijn bedrijf en met name ook voor de werkgelegenheid van de medewerkers, heb ik het steeds belangrijk gevonden om mijn blikveld te verruimen. Mijn betrokkenheid als bestuurder en commissaris bij andere organisaties heeft daar zeker aan bijgedragen. Na de eerste aanzet van de verkoop van mijn bedrijf ben ik mij meer gaan toeleggen op non-executive werk.
Nu ben ik “beroepscommissaris”. Naast volkshuisvesting hebben welzijn, cultuur, onderwijs en sport mijn interesse. Het bieden van betaalbare, fijne woningen in prettige wijken is niet alleen essentieel voor de doelgroep: het draagt volgens mij wezenlijk bij aan positieve gezondheid, een groter arbeidspotentieel en een gelukkige samenleving. Daaraan wil ik mijn bijdrage leveren ten behoeve van de organisaties die ik dien.
Kan iedereen toezichthouder worden?
Iedereen kan commissaris worden, maar niet iedereen is geschikt. Dat is een belangrijk nuanceverschil. Je moet relevante ervaring meebrengen en complementair zijn aan het team. Levenservaring is daarnaast zonder meer nuttig. Je maakt nu eenmaal in je leven dingen mee, die maken wie je bent. Als je in een valkuil bent getrapt is dat niet zelden waardevol, als je maar zorgt dat je ervan leert. Bij tegenslagen komt het aan op veerkracht. Als bestuurders en commissarissen moet je het daarvan hebben.
Wat moet morgen veranderen in toezichthoudend Nederland?
In toezichthoudend Nederland hoeft eigenlijk niets te veranderen. Als er zaken zijn die je als commissaris wilt veranderen, moet je dat vooral binnen je eigen raad bespreekbaar maken. Daar schort het vaker aan. Een raad bepaalt haar eigen slagkracht, binnen de geformuleerde wet en regelgeving. Je staat als raad zelf aan de lat, dus pak die bal dan ook op als je vindt dat er iets moet veranderen. In het Nederlandse consensusmodel wordt nogal eens vastgehouden aan procedures, waarbij het middel het doel lijkt te zijn. Als je blijft hangen in wat eerder goed leek, komt er geen oplossing. Wees ondernemend en doe wat goed is voor je eigen organisatie en verander zelf en als team als dat bijdraagt.
Welke tips heb je voor (nieuwe) toezichthouders?
Laat je niet verrassen door zaken die je niet weet maar wel had moeten weten! Hoe ga je ermee om als je niet goed geïnformeerd bent door de bestuurder? Blijf nieuwsgierig en stel vragen, totdat je dat weet wat je wilt en moet weten. Het gaat primair om het maatschappelijk belang en continuïteit van de dienstverlening. Verdiep je in de materie. Weet waar je aan begint en sta voor je zaak.